Hoge of lage WW-premie?
Met ingang van 1 januari 2020 is het voor de werkgever aantrekkelijker geworden om werknemers een vast contract te geven. Werkgevers betalen dan een lagere WW-premie voor werknemers met een vast contract en een hogere WW-premie voor werknemers met een flexibel contract.
Het verschil tussen hoog en laag is 5% en wordt jaarlijks opnieuw vastgesteld.
Wanneer de lage WW-premie?
De werkgever betaalt de lage WW-premie voor werknemers die een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd hebben, die geen oproepovereenkomst is.
Ook mag de lage WW-premie worden betaald als de werknemer jonger dan 21 jaar is en maximaal 48 uur (per aangiftetijdvak van 4 weken) of 52 uur (per aangiftetijdvak van een kalendermaand) verloond heeft gekregen.
Ook voor een leerling in dienst op basis van de Beroeps Begeleidende Leerweg geldt de lagere premie en tenslotte indien de werkgever een uitkering werknemersverzekeringen (WW, ZW, WIA, WAO, WAZO) betaalt als werkgeversbetaling of als eigen risicodrager geldt voor die betalingen de lage WW-premie.
Wanneer de hoge WW-premie?
Voor alle andere arbeidsovereenkomsten dan de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd – zoals bijvoorbeeld een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd of een oproepovereenkomst – geldt de hoge WW-premie. Zo worden dus bijvoorbeeld oproepkrachten duurder (zie ook hierna: Aanbod vast aantal uren).
Let op!
In twee gevallen is met terugwerkende kracht alsnog de hoge WW-premie verschuldigd:
– als de arbeidsovereenkomst voor onbetaalde tijd uiterlijk 2 maanden na aanvang eindigt;
– als in een kalenderjaar 30% méér is verloond dan in de arbeidsovereenkomst is vastgelegd (bijvoorbeeld wanneer een arbeidsomvang van 20 uur per week is overeengekomen maar gemiddeld 31 uur per week werkt).
Aanbod vast aantal uren
Werkgevers zijn wettelijk verplicht om werknemers met een oproepovereenkomst na 12 maanden een arbeidsovereenkomst aan te bieden voor het gemiddeld aantal in het jaar daarvoor gewerkte uren. Bij aanvaarding van dat aanbod is de werknemer geen oproepkracht meer maar werkt hij/zij op basis van het genoemde vaste aantal uren en is dan ook verplicht om op die dagen/uren te werken.
Een oproep-werknemer hoeft het aanbod niet te aanvaarden en dan blijft de flexibele situatie in stand.
De werkgever die geen aanbod doet is vanaf het moment dat dat wel had moeten gebeuren het gemiddelde loon verschuldigd, ook als niet wordt opgeroepen. Voor werknemers die op 1 januari 2020 al langer dan 12 maanden werkzaam waren geldt een overgangstermijn: het aanbod moet dan uiterlijk voor 1 februari 2020 zijn gedaan.
Leg het aanbod goed en duidelijk in een brief aan de oproepkracht vast en laat tekenen voor ontvangst van die brief. Een voorbeeldbrief aanbod vast aantal uren kunt u kosteloos per e-mail bij de sectie arbeidsrecht van ons kantoor opvragen.
Advocaat arbeidsrecht
Neem voor meer informatie contact op met:
Deze blog beschrijft slechts enkele hoofdlijnen, beoogt niet volledig te zijn en is alleen bedoeld als een oriëntering van het toe te passen recht voor de in deze blog beschreven situaties. Aan deze blog kunnen dan ook geen rechten worden ontleend.