De wettelijke verhoging is geregeld in artikel 7:625 van het Burgerlijk Wetboek. Volgens dit artikel heeft een werknemer aanspraak op een verhoging van het salaris als het salaris niet tijdig wordt betaald. Deze verhoging is geen loon, maar ook geen schadevergoeding (schade is immers geen vereiste voor toekenning van de verhoging). Het is bedoeld als prikkel voor de werkgever om op tijd te betalen.
Een voorwaarde voor toewijzing van de wettelijke verhoging is dat de te late betaling aan de werkgever moet zijn toe te rekenen. Als er sprake is van overmacht dan bestaat er geen aanspraak op de wettelijke verhoging. Van overmacht is (bijvoorbeeld) sprake als betaling niet mogelijk is door een storing bij de bank. Er is geen sprake van overmacht bij liquiditeitsproblemen bij de werkgever.
Berekening wettelijke verhoging
De wettelijke verhoging begint vanaf de vierde werkdag nadat het loon had moeten worden betaald te lopen. Vanaf de vierde tot en met de achtste werkdag bedraagt de verhoging per werkdag 5% van het verschuldigde loon. Daarna bedraagt de verhoging 1% per werkdag. Het maximum van de verhoging bedraagt 50%.
Een voorbeeld. Als een werkgever het loon twintig werkdagen te laat betaalt dan is hij over zeventien werkdagen een verhoging verschuldigd. De wettelijke verhoging gaat immers pas in vanaf de vierde werkdag. Vanaf de vierde tot en met de achtste werkdag is hij per dag 5% verschuldigd. Dus in totaal 25%. Over de resterende twaalf werkdagen is hij 1% per werkdag verschuldigd (in totaal 12%). Dit betekent dat de werkgever 25% + 12% = 37% verhoging verschuldigd is.
Wanneer is het loon te laat betaald?
Tussen een werkgever en een werknemer is in veel gevallen afgesproken op welke datum het loon wordt betaald. Meestal is dat op iedere 25e of 26e van de maand. Dit staat in de arbeidsovereenkomst of in de cao. Als een dergelijke afspraak is gemaakt dan moet het loon uiterlijk op die dag zijn betaald door de werkgever.
Als er geen afspraak over de loonbetaling is gemaakt dan moet het loon uiterlijk aan het eind van de maand zijn betaald.
Wat valt onder loon?
Onder loon valt uiteraard het standaard (bruto)loon, artikel 7:623 Burgerlijk Wetboek. Maar de wettelijke verhoging wordt óók berekend over provisie, een winstgebonden uitkering (tantième) en andere gratificaties zoals een eindejaarsuitkering of bonus zoals omschreven in artikel 7:624 Burgerlijk Wetboek. Als niet genoten vakantiedagen in geld worden uitbetaald en deze uitbetaling te laat plaatsvindt dan is daarover ook de wettelijke verhoging verschuldigd.
Matiging door rechter
Een rechter kan de wettelijke verhoging matigen als hem dat billijk voorkomt gelet op de omstandigheden van het geval. Het is aan de rechter om een wettelijke verhoging al dan niet te matigen. Dat mag hij ook ambtshalve doen, dus zonder dat de werkgever daar om gevraagd heeft. Een reden voor matiging kan bijvoorbeeld een slechte financiële situatie van een werkgever zijn.
Advocaat arbeidsrecht
Vragen over de wettelijke verhoging? Neem dan contact op met de sectie arbeidsrecht van ons kantoor.
Neem voor meer informatie contact op met:

Advocaat / Curator
mr. drs. M. (Michiel) Vriezekolk

Advocaat
mr. M. (Maartje) Roerdink
Deze blog beschrijft slechts enkele hoofdlijnen, beoogt niet volledig te zijn en is alleen bedoeld als een oriëntering van het toe te passen recht voor de in deze blog beschreven situaties. Aan deze blog kunnen dan ook geen rechten worden ontleend.