In artikel 7:610 Burgerlijk Wetboek wordt de juridische definitie van een arbeidsovereenkomst beschreven. Volgens dit artikel is een arbeidsovereenkomst de overeenkomst waarbij de ene partij, de werknemer, zich verbindt in dienst van de andere partij, de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten. De werknemer is altijd een natuurlijk persoon. Als werkgever kunnen zowel natuurlijke personen, rechtspersonen alsook niet-rechtspersoonlijkheid bezittende samenwerkingsverbanden (bijvoorbeeld een maatschap) optreden. Net als iedere andere overeenkomst kan een arbeidsovereenkomst zowel mondeling als schriftelijk aangegaan worden. Ter bescherming van de werknemer is in de wet vastgelegd dat bepaalde voorwaarden schriftelijk vastgelegd moeten worden om rechtsgeldig te zijn. Dit geldt bijvoorbeeld voor een concurrentiebeding. Een arbeidsovereenkomst komt tot stand indien er tussen de werknemer en werkgever overeenstemming bestaat over de essentialia van de arbeidsovereenkomst. Deze essentialia bestaat grofweg uit drie onderdelen: een gezagsverhouding, arbeid en loon.
Neem voor meer informatie contact op met:
Advocaat / Curator
mr. drs. M. (Michiel) Vriezekolk
Advocaat
mr. M. (Maartje) Roerdink
Een arbeidsovereenkomst is niet hetzelfde als een overeenkomst van opdracht of een overeenkomst van aanneming van werk. Bij de laatste twee typen overeenkomsten speelt het element ‘gezag’ een andere rol dan bij de arbeidsovereenkomst. Een werkgever kan een werknemer instructies geven. In beginsel dient een werknemer deze instructies op te volgen. Bij een overeenkomst van opdracht of een overeenkomst van aanneming van werk is de aanwijzings- of instructiebevoegdheid van de opdrachtgever minder omvangrijk dan bij een arbeidsovereenkomst.
Overigens is de feitelijke benaming die aan de overeenkomst wordt gegeven niet van belang. Het gaat erom hoe partijen uitvoering hebben gegeven aan de overeenkomst. Als er boven een document ‘arbeidsovereenkomst’ staat wil dat dus niet zeggen dat er daarmee ook sprake is van een arbeidsovereenkomst. Per geval zal moeten worden beoordeeld of, gezien de omstandigheden, er sprake is van een arbeidsovereenkomst of een andere overeenkomst.
Onderstaand zullen de drie elementen die van belang zijn voor de vaststelling of er sprake is van een arbeidsovereenkomst behandeld worden.
In dienst
In een arrest van de Hoge Raad overwoog hij dat de gezagsverhouding kenmerkend is voor de arbeidsovereenkomst. Het is daarbij niet bepalend dat de werkgever daadwerkelijk aanwijzingen geeft. Reeds het hebben van de bevoegdheid aanwijzingen te geven is voldoende. Als er geen gezagsverhouding aanwezig is dan zal veelal sprake zijn van een overeenkomst van opdracht in plaats van een arbeidsovereenkomst. Om te beoordelen of er een gezagsverhouding aanwezig is kunnen diverse omstandigheden een rol spelen. Zo kan er bijvoorbeeld gekeken worden naar de vraag voor wiens risico het werk wordt gedaan, of het werk van duurzaam of incidenteel karakter is, of er door degene die werkt btw wordt afgedragen, of de arbeid in een organisatie wordt verricht, et cetera.
Arbeid
Dat het begrip arbeid ruim moet worden uitgelegd blijkt onder meer uit een arrest van de Hoge Raad waarin hij overwoog dat slapen als arbeid kan worden aangemerkt. Daarbij speelde een rol dat de werkgever daar kennelijk het nut van inzag en hij met de werknemer heeft afgesproken dat hij mocht slapen tijdens diensttijd. Zo kan er ook met de werknemer worden afgesproken dat hij slechts aanwezig hoeft te zijn en geen activiteiten hoeft te verrichten. In dat geval is ook sprake van arbeid.
De grens ligt bij de intentie dat er arbeid wordt verricht. Het betalen van alimentatie in de vorm van een arbeidsovereenkomst is bijvoorbeeld geen arbeid. Ook omdat het element gezag ontbreekt komt dan geen arbeidsovereenkomst tot stand.
In de arbeidsovereenkomst moeten de werknemer en werkgever de arbeidstijden afspreken. De Arbeidstijdenwet en het Arbeidstijdenbesluiten dienen daarbij in acht te worden genomen.
Er komt geen arbeidsovereenkomst tot stand als de arbeid niet in het belang van de werkgever wordt uitgevoerd. Dit is bijvoorbeeld het geval bij stages (het werk wordt dan uitgevoerd in het belang van de stagiair die daarmee een onderdeel van de studie voltooid) en bij een au pair (indien het werk vooral is gericht op kennismaking met de cultuur van het land).
De arbeid moet persoonlijk worden verricht door de werknemer. Hij mag zich niet laten vervangen door een ander. Dit staat ook met zoveel woorden in artikel 7:659 Burgerlijk Wetboek.
Loon
Het element loon doelt op de tegenprestatie voor de geleverde arbeid. Een onkostenvergoeding vormt geen loon. Als er een vergoeding wordt betaald die lager ligt dan het minimumloon dan kan wél sprake zijn van loon in de zin van artikel 7:610 Burgerlijk Wetboek. Als geoordeeld wordt dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst dan zal een werkgever alsnog het verschil tussen het te weinig betaalde salaris en het minimumloon moeten betalen.