Op 2 februari 2022 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, de hoogste bestuursrechter, een uitspraak gedaan over een woningsluiting in Harderwijk.
Geschikt, noodzakelijk en evenwichtig
De bestuursrechter maakt bij het toetsen aan het evenredigheidsbeginsel onderscheid tussen de geschiktheid, noodzakelijkheid en evenwichtigheid van het overheidsbesluit.
Als daarvoor aanleiding is, toetst de bestuursrechter:
1. of het besluit geschikt is om het doel te bereiken,
2. of het een noodzakelijke maatregel is of dat met een minder vergaande maatregel kon worden volstaan en
3. of de maatregel in het concrete geval evenwichtig is.
Daarmee wordt expliciet afstand genomen van het zogenoemde ‘willekeur’-criterium dat al sinds 2015 minder werd toegepast.
Glijdende schaal
De vraag of en zo ja, hoe intensief de bestuursrechter aan het evenredigheidsbeginsel toetst, hangt van veel factoren af en zal van geval tot geval verschillen.
Het is een glijdende schaal waarbij de bestuursrechter alle varianten tussen vol en terughoudend kan toepassen.
De intensiteit van die toets wordt bepaald door de mate van beleidsruimte die de overheid heeft om een besluit te nemen, maar ook door het doel dat het besluit dient en wat het gewicht daarvan is.
Verder is van belang of en in welke mate daardoor belangen van betrokken burgers en bedrijven worden geraakt. Naarmate die belangen zwaarder wegen, de nadelige gevolgen van het besluit ernstiger zijn of het besluit inbreuk maakt op de mensenrechten, zal de bestuursrechter intensiever toetsen.
Woningsluiting Harderwijk
Toegepast op de concrete zaak over de woningsluiting in Harderwijk is de Afdeling bestuursrechtspraak van oordeel dat de burgemeester bij de belangenafweging te weinig aandacht heeft besteed aan de belangen van de huurder en zijn (deels minderjarige) kinderen.
Uit het besluit blijkt niet dat de burgemeester zich heeft afgevraagd of het gezin na de woningsluiting nog kan terugkeren naar de huurwoning als de woningcorporatie de huurovereenkomst ontbindt en mogelijk overgaat tot plaatsing van het gezin op een ‘zwarte lijst’.
De burgemeester moet het antwoord op die vraag alsnog betrekken bij zijn nieuwe besluit. Daarbij moet hij opnieuw beoordelen of de gevolgen voor het gezin niet onevenredig zijn in verhouding tot het doel van de woningsluiting. Omdat de woning tot dusverre nog niet gesloten is geweest, zal de burgemeester ook moeten beoordelen of de noodzaak om de woning te sluiten nog steeds aanwezig is.
Advocaat bestuursrecht
Heeft u vragen op het gebied van bestuursrecht? Neem dan contact op met de sectie Bestuursrecht & Overheid van ons kantoor.

Advocaat / Curator
mr. F.B.M. (Frank) Van Aanhold
Deze blog beschrijft slechts enkele hoofdlijnen, beoogt niet volledig te zijn en is alleen bedoeld als een oriëntering van het toe te passen recht voor de in deze blog beschreven situaties. Aan deze blog kunnen dan ook geen rechten worden ontleend.