Tot en met 2022 werd er bij de berekening van partneralimentatie altijd standaard gerekend met de feitelijke woonlast. Vanaf 2023 wordt er gerekend met een vast bedrag aan woonlast, het zogenaamde “woonbudget”. In deze blog leggen we kort uit wat dit woonbudget inhoudt.
De hoogte van de partneralimentatie is afhankelijk van de behoefte van de alimentatiegerechtigde enerzijds (wat heeft hij/zij nodig) en de draagkracht van de alimentatieplichtige anderzijds (wat kan hij/zij betalen). Het laagste van de twee is de bovengrens van de vast te stellen alimentatie.
Bijvoorbeeld:
Een alimentatiegerechtigde heeft een (aanvullende) behoefte van € 700,00 per maand. De alimentatieplichtige heeft een draagkracht van € 500,00 per maand, dan dient er een bedrag van € 500,00 te worden betaald.
Heeft de alimentatiegerechtigde een behoefte van € 500,00 en de alimentatieplichtige kan € 700,00 per maand betalen, dan dient er een bedrag van € 500,00 te worden betaald.
Voor het bepalen van de hoogte van de draagkracht wordt rekening gehouden met de woonlasten (huur of rente en aflossing hypotheek plus eventueel een gekoppelde kapitaalverzekering) van de alimentatieplichtige. Tot en met 2022 werd er bij partneralimentatie altijd standaard gerekend met de feitelijke woonlasten. Vanaf 2023 gaat dit veranderen en wordt er gerekend met een zogenaamd forfaitair woonbudget van 30% van ieders netto besteedbaar inkomen. Onder het forfaitair woonbudget vallen dus de (kale) huur of hypotheek, maar ook onderhoudskosten eigen woning, (hogere) energielasten e.d. Deze systematiek wordt bij de berekening van de kinderalimentatie al langer toegepast.
Wat als uw werkelijke woonlast hoger of lager is dan het woonbudget?
Volgens de Expertgroep alimentatie van de Rechtspraak ( die deze nieuwe berekening heeft geïntroduceerd) zal de nieuwe wijze van rekenen beperkte of geen impact hebben als er sprake is van een hogere woonlast, omdat de woonlast nu al vaak wordt begrensd. In uitzonderlijke gevallen zal de rechter rekening kunnen houden met werkelijke hogere woonlasten dan het woonbudget. Andersom kan er ook rekening worden gehouden met lagere woonlasten van de alimentatieplichtige. In sommige gevallen zal er dus wel weer teruggevallen worden op de draagkracht op basis van werkelijke woonlasten.
Voor wie geldt de wijziging?
Het advies van de Expertgroep alimentatie van de Rechtspraak is om deze wijzigingen toe te passen in zaken die na 1 januari 2023 op zitting worden behandeld en waarbij de ingangsdatum van de (gewijzigde) alimentatie op of na 1 januari 2023 ligt.
Advocaat familierecht
Heeft u vragen over bovenstaande veranderende wetgeving? Of wilt u advies hierover? Voor vragen en meer informatie kun u terecht bij de sectie familierecht van Voorink Advocaten, die u graag daarover adviseert.
Neem voor meer informatie contact op met:
