Wanneer is een vordering opeisbaar? Dat hangt er vanaf. Gekeken moet worden naar de afspraken die tussen partijen zijn gemaakt. Zo is het mogelijk dat in een contract een termijn is afgesproken waartegen de betaling moet plaatsvinden. Is de datum van de betalingsverplichting aangebroken, dan is de vordering op dat moment opeisbaar.
Indien echter de partij die moet betalen juridisch nog niet op kan worden aangesproken tot betaling, dan is sprake van een niet opeisbare vordering. Het is dan onzeker of er ook betaald kan worden zodra de vordering wel opeisbaar wordt; de schuldeiser moet dat maar afwachten.
Testamenten
In testamenten is vaak sprake van een bepaling waarin de erflater opneemt dat zijn kinderen hun vordering in de erfenis pas betaald krijgen nadat de partner van erflater ook zal zijn overleden. Bij het openvallen van zo’n erfenis ontstaat dan voor de kinderen een niet opeisbare vordering op de langstlevende partner van de erflater.
Rechtspraak
De Hoge Raad heeft in juni 2016 heeft geoordeeld over het volgende geval. Na het overlijden van zijn eerste vrouw hertrouwde vader. In zijn testament bepaalde hij dat zijn kinderen uit het huwelijk met zijn eerste vrouw hun vorderingen pas konden opeisen na het overlijden van zijn tweede partner. Toen de man overleed waren de vorderingen van zijn kinderen in de nalatenschap van de eerste partner door de werking van het testament nog niet opeisbaar.
De kinderen uit het eerste huwelijk wilden echter zekerheid en waren bang dat na het overlijden van de tweede partner van vader hun vorderingen onbetaald zouden blijven. Daarom wensten zij beslag te leggen onder de tweede echtgenote van hun vader en vroegen zij de rechter onder meer om haar te veroordelen zekerheid te stellen voor de betaling van hun niet opeisbare vorderingen.
Nu het om niet opeisbare vorderingen van de kinderen ging is beslaglegging (en de daarop volgende noodzakelijke procedure bij de rechter) in het algemeen in beginsel niet mogelijk.
In dit (bijzondere) geval was de Hoge Raad echter van mening dat het toch mogelijk was om beslag te leggen om zo zekerheid te verkrijgen dat de vorderingen van de kinderen betaald zouden kunnen worden. De bijzondere omstandigheden en de in dit geval zwaarwegende belangen van de kinderen die de Hoge Raad in zijn uitspraak noemt, waren zodanig dat in dit geval een uitzondering op de regel werd toegelaten. De kinderen konden dus wel beslag leggen, waarbij de rechter een afweging maakte tussen de belangen van de kinderen en die van de tweede partner van vader.
Tot slot
In het algemeen is het dus niet eenvoudig is om conservatoir beslag te leggen voor een niet opeisbare vordering op de nalatenschap van een overleden ouder. Alleen in het geval van bijzondere omstandigheden waarbij de belangen van de kinderen wordt afgewogen tegen het belang van de langstlevende (stief-)ouder is een uitzondering mogelijk en moet in een procedure vastgesteld worden of de kinderen een rechtmatig belang hebben bij het instellen van de niet opeisbare vorderingen. In zo’n geval is het inroepen van gespecialiseerde rechtshulp van een erfrechtadvocaat met proceservaring noodzakelijk.
Herkent u deze situatie en wilt u meer weten, neem dan eens contact op met ons; wij hebben deskundigheid daarvoor in huis en kunnen u adviseren.
Neem voor meer informatie contact op met: